21556 – maandag

Vanzelfsprekend heb ik getwijfeld of ik naar de covid priklocatie moest gaan vandaag. Enerzijds had ik een afspraakbevestiging ontvangen, maar anderzijds was het misschien inderdaad zo dat ik een plekje gereserveerd had dat nu niet meer beschikbaar was voor iemand met een hogere urgentie. Ik besloot uiteindelijk toch te gaan en ter plekke eerlijk op te biechten dat ik de afspraak had gemaakt zonder bewust te zijn dat het officieel nog niet mocht.

Het was geen enkel probleem. De toeloop was niet zodanig dat mensen noodgedwongen lang moesten wachten omdat er geen ruimte beschikbaar was. Integendeel, ik was van harte welkom, want hoe meer mensen zich nu lieten prikken, hoe beter. Wat de mensen betrof die deze middag betrokken waren bij de organisatie en uitvoering van het zetten van een prik, kon iedereen langs komen.

De prik zat er zoals gewoonlijk snel in, en na het verplichte kwartiertje wachten kon ik weer naar huis. Daar had ik verder geen last van enige bijwerking tot laat in de avond toen het tijd werd naar bed te gaan. Ik begon rillerig te worden en had het koud. Met een paracetamol ben ik gaan slapen met de hoop dat het morgen wat weggetrokken zal zijn.

In oktober probeer ik regelmatig stil te staan bij de artikelen op de site van de Maand van de Geschiedenis die gepubliceerd worden rond het thema van 2022: Wat een ramp!

Gebeurt de echte ramp wanneer solidariteit niet langer hip is?

In dit artikel geschreven door Alessandra de Mulder, werpt zij de vraag op in hoeverre aandacht in de media bepalend is voor de solidariteit met de hulpbehoevenden van een verschrikkelijke gebeurtenis.

Rampen worden mede door de media-aandacht zonder uitzondering gevolgd door een golf aan solidariteitsinitiatieven. 

Dit verschijnsel is niet iets van de huidige tijd. Ook in het (verre) verleden was het zo dat rampen die in de krant vermeld werden eerder of meer hulpacties genereerden dan zonder die aandacht. De Mulder geeft enkele voorbeelden waar de berichtgeving in sommige gevallen gezien kan worden als inspiratie voor het opstarten van hulpacties. Maar ook hier geldt dat met het verstrijken van de tijd de aandacht in de media verschuift naar meer actuele gebeurtenissen. 

Wanneer we echter een aantal weken later zijn, verdwijnt elke ramp steevast uit de berichtgeving tot een vergelijking zich opdringt omdat er alweer een nieuwe ramp had plaats gevonden. Hoe het verder afliep met de slachtoffers en hun verwoeste huizen en oogsten, lezen we eigenlijk zo goed als nooit.

De conclusie van De Mulder is dat met het ‘verdwijnen’ van een ramp in de media weliswaar de spontane hulpacties ook afnemen, maar dat het voor de slachtoffers en hulpbehoevenden uiteindelijk veel belangrijker is dat er een structurele lange-termijn ondersteuning in gang gezet is.


Geef een reactie