Waar ik bang voor was bleef weg. Geen hoofdpijn bij het opstaan. Alleen een lichte kater. Ik opende de gordijnen en zag een regenboog aan de horizon boven de heuvels die Cluj omringen. Na het ontbijt namen we afscheid van het kersverse bruidspaar en familie. Een taxi bracht ons naar een hotel in het centrum van de stad. Daar besloot ik enkele uren aan mijn werkmail te besteden terwijl mijn collega’s op zoek gingen naar souvenirwinkels omdat het hun laatste dag in Cluj was.
’s Middags nam ik contact met hen op en hoorde dat ze inmiddels op een terras bij hotel Belvedere zaten. Samen met de collega en zijn gezin waar we vrijdagavond bij op bezoek waren geweest. Ik trok mijn wandelschoenen aan en een klein uurtje later schoof ik aan voor een kopje koffie boven op de heuvel waar het hotel gelegen is.
Nadat we ook nog een late lunch genuttigd hadden, besloten we om het plaatselijke openluchtmuseum te bezoeken: The Transylvanian Museum of Etnography. Ik was er nog nooit eerder geweest. Bij de entree was een klein souvenirswinkeltje waar nu eens niet Dracula het alles overheersende thema was, maar veel traditionele voorwerpen en ook nog eens handgemaakt door lokale ambachtslieden of kunstenaars.
Het park zelf was grotendeels verlaten omdat we redelijk laat waren. De sluitingstijd was om 18 uur, en wij arriveerden rond 17 uur. Het was dus jammer genoeg niet mogelijk om veel van dichtbij of op ons gemak te bekijken. Vooral bij een kleine houten kerk die vanbinnen helemaal beschilderd was had ik wel wat langer willen blijven. Ik weet dus waar ik een volgende keer naartoe moet.
Stipt op 18 uur werden we vriendelijk verzocht om het park te verlaten. We waren ergens halverwege en via een zij-uitgang kwamen we uit bij een pad dat ons terugbracht naar de parkeerplaats. Omdat het nog niet donker was splitsten we ons in twee groepjes. Het ene ging de auto ophalen, en met het andere (waar ik me bij aansloot) liepen we naar een nabij gelegen bos op zoek naar paddestoelen. Die bleken echter al zo goed als allemaal door de lokale bevolking geplukt. Tenminste, de eetbare.
Wat ons verteld werd tijdens de wandeling was dat we door een betoverd bos liepen. Het werd mij niet duidelijk wat nu precies de aard van de betovering was, maar wel dat het beter was om haast te maken voordat de zon onder zou gaan. Wat me opviel waren de vreemd gevormde bomen. En de naargeestige stilte die er heerste waarin al het geluid opgeslokt leek te worden. Zouden we dan toch nog graaf Vlad ČšepeČ™ tegenkomen?
Toen op 18 september