De zilveren beker – Genesis 44

Omdat ik tijdens de studie Algemene cultuurwetenschappen regelmatig merk dat enige bijbelkennis wel handig is, ben ik maar weer eens met dit ‘boek der boeken’ begonnen.

Genesis 44

Na de maaltijd liet Jozef nog steeds niet doorschemeren dat hij zijn broers herkend had. Sterker, hij nam afscheid en gaf zijn hofmeester opdracht hen van voldoende voedsel en graan te voorzien, hun geld terug te leggen en als laatste – heel apart – om een zilveren kelk in de spullen van Benjamin te verstoppen.

In de vroege ochtend vertrokken de broers van Jozef met hun spullen terug naar Kanaän. Hierop gaf Jozef opdracht om hen te achtervolgen en te laten stoppen. Er moest hen gevraagd worden waarom ze een zilveren kelk van Jozeg gestolen hadden nadat ze zo goed behandeld waren.

De broers van Jozef ontkenden natuurlijk in alle toonaarden en gaven aan dat alles onderzocht kon worden, en mocht de kelk gevonden worden bij een van hen dat die ter dood veroordeeld moest worden en dat de rest tot slaaf zou dienen. Ze hadden niet verwacht dat de kelk bij Benjamin tussen zijn spullen zat en lieten zich terugvoeren naar de stad.

De zilveren beker wordt gevonden in de zak van Benjamin (1831-1833), Alexander Ivanov (1806 – 1858)

Voorgeleid aan Jozef gaf die aan dat hij alleen Benjamin als slaaf zou nemen en dat de rest alsnog naar huis kon reizen. Juda, een van de broers kon het toch niet laten omstandig uit de doeken te doen hoe dit het hart van hun vader zou breken, als deze na het verlies van Jozef (want die hadden ze nog steeds niet herkend) nu ook Benjamin nooit meer zou terugzien. Het zou zijn dood betekenen.

En omdat hij het was die zijn vader had overgehaald om Benjamin mee te laten reizen, verzoekt Juda te overwegen of hij niet als slaaf kan achterblijven in plaats van Benjamin.

Geef een reactie