21441 – vrijdag

Genesis 40

Jozef de dromenduider.

In de gevangenis ontmoet Jozef de opperschenker en de opperbakker van de farao omdat beiden zich schuldig zouden hebben gemaakt aan een vergrijp. Jozef wordt gevraagd hen tijdens het verblijf in de gevangenis te bedienen.

Nadat ze al een tijd in de gevangenis zitten vertellen ze op een ochtend dat ze allebei een droom hebben gehad. Niemand kan uitleggen wat deze dromen te betekenen hebben maar Jozef vraagt hen of hij het mag proberen.

Allereerst is de beurt aan de opperschenker. Die had gedroomd over een wijnstok met drie ranken die in volle bloei stonden. In zijn droom plukte de opperschenker rijpe druiven en maakte er wijn van die hij aan zijn heer, de farao schonk. Volgens Jozef zou de farao over drie dagen gratie verlenen aan de opperschenker en zou deze weer in ere hersteld worden. Jozef vroeg de opperschenker om goed woordje bij de farao te doen wanneer deze vrij zou komen.

Toen was het de beurt aan de opperbakker. In zijn droom droeg hij drie manden met wit brood, bestemd voor de farao. Maar er pikten voortdurend vogels aan het brood. Jozef gaf aan dat in dit geval de farao over drie dagen zou besluiten om de opperbakker te laten onthoofden om hem vervolgens op te hangen waar de vogels aan zijn vlees zouden pikken.

Drie dagen later bleken de voorspellingen van Jozef uit te komen. De opperschenker kreeg zijn vrijheid en oude functie terug, terwijl de opperbakker werd veroordeeld tot de dood. De opperschenker vergat echter een goed woordje voor Jozef te doen.

Omdat ik tijdens de studie Algemene cultuurwetenschappen regelmatig merk dat enige bijbelkennis wel handig is, ben ik maar weer eens met dit ‘boek der boeken’ begonnen.


Geef een reactie