Boem!
Deze ochtend was ik volgens plan met mijn studie begonnen toen ik opgeschrikt werd door enkele doffe dreunen kort achter elkaar. Het hele huis trilde ervan. Daarna stilte. Lang geleden had ik hetzelfde ervaren met een lichte aardschok in Brabant. Zou dit hetzelfde zijn of toch iets anders? Verderop zijn ze al een tijdje bezig met het heien van palen in de grond. Was daar misschien iets misgegaan? En achter ons perceel is een gemeentewerf. Daar zijn ze soms met zwaar materieel bezig. Kwam het bij hen vandaan?
Ik liep naar buiten om Inge te vragen of zij een idee had. Nee, geen idee. Ze had wel hetzelfde gehoord en gevoeld, maar dan in de schuur waar zij bezig was. We namen nog even de verschillende opties door, maar omdat het verder rustig bleef – geen sirenes of luchtalarm te horen – gingen we weer verder met waar we mee bezig waren.
Pas later op de dag vernam ik via Omroep Gelderland dat er een gecontroleerde explosie van een 155 meter hoge schoorsteen had plaatsgevonden in Nijmegen waarvan de knal tot ver in Arnhem te horen was geweest. Dat verklaarde het.
Na de studie en lunch ben ik ’s middags Inge gaan helpen met de tuinactiviteiten. Langzaamaan gaan we die weer gereed maken voor de lente- en zomerperiode. Binnen de korste keren hadden we een aanhanger vol met takken die door het stormachtige weer van de afgelopen dagen naar beneden waren gekomen. Ook hebben we een begin gemaakt met het snoeien van het hoge riet en andere graspluimen, en het opruimen van de bladeren die we gedurende de winter hadden laten liggen zodat bijvoorbeeld egels eronder konden schuilen of vogels er insekten in konden vinden.
In de avond weer verder met de studie. Het lezen van filosofische teksten kost veel meer tijd dan ik gewend ben. Vooral proberen te begrijpen wat de strekking van de tekst is en de redenering erachter is soms erg moeilijk. Ik moet er duidelijk aan wennen. Tegelijkertijd is het erg boeiend.
Zomaar een voorbeeld: in zijn leerdicht Over de natuur bespreekt Parmenides van Elea (±515-±440 v.C.) de keuze tussen twee opties die onverenigbaar met elkaar zijn, maar dat ‘gewone stervelingen’ dit dilemma niet herkennen. Het gaat om aan de ene kant ‘dat het is, en dat het onmogelijk is dat het niet is’, en daar tegenover ‘dat het niet is, en dat het noodzakelijk is dat het niet is’. Dat Parmenides de keuze voor de eerste optie maakt word in het handboek uitgelegd als ‘een beslissend moment in de geschiedenis van de westerse filosofie’.
[De menselijke dwaling]
Men moet uitspreken en begrijpen dat het is wat ís; want het is nu eenmaal zo dat het is, maar niet dat het niets is. Ik draag u op dit ter harte te nemen: de eerste weg van onderzoek, waarvan ik u terughoud, is díe. Dan echter ook van die, waarover de stervelingen dwalen, die niets weten, de dubbelhoofdigen: onmacht stuurt immers in hun borst het dwalend verstand. Zij worden meegevoerd, even doof als niet-ziend, in botte verbazing, uitsluitstelloze stammen, voor wie dat iets bestaat en dat iets níet is als hetzelfde geldt en ook weer als niet hetzelfde, en er een weg is, waarop alles omslaat in zijn tegendeel. Nooit immers kan worden afgedwongen dat ís wat níet is! Integendeel: van díe weg van onderzoek moet u het verstand áfhouden, en gewoonte zomin als rijke ervaring mogen u ertoe dwingen langs die weg de doelloze blik of het geluid-verstopte oor of de sprekende tong hun gang te laten gaan. Neen! Beoordeel veeleer uitsluitend naar de maatstaf der redenering, het strijdbaar argument daartegen, dat door mij onder woorden is gebracht.
Genesis 30
God denkt eindelijk aan Rachel
Jakob heeft nu vier zonen van Lea, terwijl Rachel nog steeds geen kinderen heeft. Ze smeekt Jakob om hier verandering in te brengen, maar die wordt kwaad en geeft als antwoord: ‘Ik ben toch zeker God niet?’ Rachel stelt voor dat Jakob dan maar met haar slavin Bilha moet gaan ‘slapen’. Die baart Jakob twee zonen, Dan en Naftali. Reden voor Rachel om dit zien als een overwinning in de strijd met haar zus. Lea op haar beurt weet Jakob te overtuigen om nu met haar slavin te gaan ‘slapen’. Bij Zilpa krijgt Jakob ook weer twee zonen, Gad en Aser.
Rond die tijd vindt Ruben, een zoon van Lea, in het veld liefdesappels die hij aan zijn moeder geeft. Rachel vraagt of zij er ook een paar van krijgt. Dit leidt tot een twistgesprek waar Lea haar zus verwijt dat zij Jakob van haar heeft afgepakt. En nu ook nog die liefdesappels. Dat is volgens Lea teveel van het goede. Rachel stelt een deal voor. In ruil voor de liefdesappels mag Jakob die nacht met Lea ‘slapen’. God krijgt dit mee en zorgt ervoor dat Lea weer zwanger raakt van een zoon die zijn Issachar zal noemen. Later krijgt ze zelfs nog een zesde zoon, Zebulon en ook nog een dochter, Dina.
Toen dacht God eindelijk aan Rachel: hij verhoorde haar en opende haar moederschoot. Ze werd zwanger en bracht een zoon ter wereld. ‘God heeft me van mijn schande verlost,’ zei ze. Ze noemde het kind Jozef en zei: ‘Ik hoop dat de HEER mij er nog een zoon bij geeft.’
Tot zover de bedperikelen van Jakob, Lea en Rachel. En natuurlijk niet te vergeten de slavinnen Zilpa en Bilha die ook hun steentje hebben bijgedragen. Tussenstand: 11 zonen en 1 dochter als ik goed geteld heb, waarvan 1 bij Rachel, de vrouw die hij liefheeft (maar nauwelijks bij ‘slaapt’).
Omdat ik tijdens de studie Algemene cultuurwetenschappen regelmatig merk dat enige bijbelkennis wel handig is, ben ik maar weer eens met dit ‘boek der boeken’ begonnen.