Woensdag, 19 januari 2022

Thuiswerkdag. Inge geeft voor tweede dag op rij training op locatie en ik pas op de twee poezen (die zowat de hele dag hebben geslapen). De oudste is gewend dat we beiden (voor de pandemie) de hele dag op stap waren, maar de jongste hebben we in huis gehaald net voor de pandemie en die haalt rare fratsen uit als er verder niemand in huis is. Dus houden we er rekening mee in onze planning dat er altijd iemand thuis.

Qua werk voornamelijk routineklussen. Wel een interessante discussie met de verkoopmanager van een van onze kantoren in Europa. De locatie is in een land dat geen lid is van de EU. We bespraken het scenario dat zij soms orders kregen waarbij de goederen binnen Europa geproduceerd werden, vervolgens geconsolideerd moesten worden in bijvoorbeeld Ede (Nederland) en dan bestemd waren voor een eindklant binnen Europa (dus niet in het land waar de order geplaatst werd, dat zich ook nog eens buiten de EU bevond).

In de avond weer voornamelijk gestudeerd en ondertussen in blijde afwachting van de komst van ons derde kleinkind. Een dezer dagen is de moeder uitgeteld. Tot die tijd is het bij elk inkomend berichtje eventjes spannend of het dan eindelijk zover is.

Genesis 20

Abimelech geeft Sara terug aan Abraham

Bij het lezen van een nieuw hoofdstuk in het boek Genesis dacht ik op een gegeven moment dat ik een déjà vu had. Abraham heeft zijn vaste verblijfplaats verlaten en trekt verder richting de Negev. Hij vraagt zijn vrouw zich voor te doen als zijn zuster. Waar heb ik dat eerder gelezen? Juist, in Genesis 12. Daar komt de heersende farao ter ore hoe mooi Sara (die dan nog onder de naam Sarai gaat) is, en geeft opdracht haar naar het hof te brengen. Nu is het Abimelech, de koning van Gerar die de vrouw van Abraham naar zijn hof laat komen om haar in zijn harem op te nemen. God verschijnt echter in zijn slaap en dreigt hem te doden. Abimelech, die nog geen gemeenschap heeft gehad met Sara verdedigt zich door aan te geven dat hem geen blaam treft. Hoe had hij kunnen weten dat Sara niet de zuster van Abraham was? God laat weten dat Abimelech zuiver van geweten is en dat hij hem alleen maar wil waarschuwen voor de zonde die hij binnenkort zou begaan. Hij krijgt de opdracht Sara terug te geven aan Abraham, zo niet dan volgt alsnog de dood.

Abraham wordt de volgende dag ontboden aan het hof en Abimelech verwijt hem dat hij voorgelogen is. Hij vraagt hem uit te leggen wat zijn bedoelingen waren. Abraham ontkent echter dat hij gelogen heeft.

Abraham antwoordde: ‘Ik dacht: Misschien heeft men in deze streken geen ontzag voor God en zullen ze me doden om mijn vrouw. Bovendien, ze is werkelijk mijn zuster: ze is de dochter van mijn vader. Ze is alleen niet de dochter van mijn moeder, en zo kon ze mijn vrouw worden. Toen God mij ver van mijn verwanten liet rondzwerven, zei ik dan ook tegen haar: “Bewijs me dat ik op je kan rekenen en zeg overal waar we komen dat ik je broer ben.”’

Met deze uitleg gaat Abimelech akkoord. Hij overlaadt Abraham met allerlei geschenken, en alsof het niet genoeg is krijgt Abraham ook zijn vrouw terug. Of gaat daar lijfsbehoud achter schuil? Sara krijgt niets. Wel krijgt ze van Abimelech te horen dat haar broer (Abraham dus) duizend sjekel zilver krijgt voor de vermeende reputatieschade van Sara. Hierop bad Abraham tot God, en die streek over zijn hart en draaide de vloek terug waarmee hij de vele vrouwen van Abimelech opgezadeld had, namelijk dat hun moederschoot gesloten was.

Wat uit deze passages in ieder geval duidelijk wordt is dat men niet zo moeilijk deed voor wat betreft seksuele betrekkingen binnen familieverband, getuige de uitspraak dat Abraham en Sara dezelfde vader hadden. En dat was Terach, zie Genesis 11.

Abimelech geeft Sara terug aan Abraham (1665–1670), Nicolaes Berchem (1621/1622–1683)

Omdat ik tijdens de studie Algemene cultuurwetenschappen regelmatig merk dat enige bijbelkennis wel handig is, ben ik maar weer eens met dit ‘boek der boeken’ begonnen.

Geef een reactie