De container is vol. Sneller dan ik verwacht had met alle andere klussen tussendoor. Nu zou je denken, klus geklaard en laat de vakantie maar beginnen! Was het maar waar. Helaas is de plek achter pas voor iets meer dan de helft afgegraven. Dus moet de container opgehaald en geleegd worden voordat ik verder kan. Ergens hoopte ik dat dit minimaal een dag of twee zou gaan duren zodat ik wat rustig aan kan doen met een kopje koffie en een goed boek. Deze avond werd er echter al een nieuwe container bezorgd. Jippie…
Toen ik mijn auto aan de kant wilde zetten voor het vervangen van de containers bleek de accu leeg te zijn. Tenminste, dat is de eerste diagnose die ik zelf als leek kon verzinnen. Met niet al te veel moeite lukte het mij om de auto aan de kant te duwen. Morgen maar eens kijken of ik ‘m met startkabels aan de praat krijg.
De rest van de dag ging op aan koken (sinds de eerste lockdown ben ik wat vaker gaan koken) en studie. Het is nog steeds doodstil qua communicatie vanuit de OU over de voorgenomen wijzigingen in de cursusopzet van Cultuurwetenschappen, dus voorlopig volg ik trouw het huidige propedeuse-schema. Momenteel ben ik bezig met het hoofdstuk ‘De staat in opmars (vijftiende – zeventiende eeuw)’ geschreven door Maarten Prak.
In de inleiding wordt vermeld dat met de opkomst van de zogenaamde New Monarchs in de vijftiende en zestiende eeuw er weer ‘enige tekening [begon] te komen in de staatkundige ontwikkeling van Europa’ na een eeuwenlang durende chaos sinds de val van het Romeinse rijk. Er wordt echter op gewezen dat dit geschiedverhaal door recent onderzoek (let wel, de bundel waar dit hoofdstuk onderdeel van is dateert ook alweer uit 2006) van nuances is voorzien. Zo zijn er alternatieve ‘routes’ van deze ‘koninklijke weg’ te onderscheiden en is er veel meer aandacht gekomen voor de internationale betrekkingen tussen de Europese staten.