In december was ik van plan om af te reizen naar Cluj-Napoca. Het is alweer ruim twee jaar geleden dat ik er voor de laatste keer een werkgerelateerd bezoekje aan bracht. Inmiddels zijn er veel wijzigingen in mijn team geweest en wordt het de hoogste tijd om de nieuwe collega’s ook eens een keer in ’t echt te zien. Helaas gaat dat dit kalenderjaar niet meer lukken. Met de een na laagste vaccinatiegraad in Europa is Roemenië voorlopig niet ‘a place to be’.
Ook in ons landje met een vaccinatiegraad die voor 18-plussers meer dan 85 procent bedraagt gaat het desondanks niet de goede kant op. Dus was er weer een persconferentie deze avond (en kon ik in een welhaast leeg winkelcentrum op m’n gemak boodschappen doen) waarin nieuwe maatregelen werden afgekondigd.
Wat me hiervan in eerste instantie alleen maar gaat raken is het gebruik van een coronapas voor de sportschool. Gelukkig blijft het daarbij want ik was eigenlijk bang dat ze weer de deuren zouden moeten sluiten. Sinds kort heb ik namelijk een proefabonnement bij een locatie om de hoek waar ze ook een zwembad hebben. Daar kon je vanaf 8 uur ’s ochtends baantjes zwemmen, maar vanaf oktober kun je er op drie doordeweekse dagen al om 7 uur terecht. Twee daarvan vallen samen met de dagen dat ik thuis blijf werken. Ideaal dus om voorafgaand aan de werkdag even een verfrissende duik te nemen.
Een collega vertelde vandaag dat hij een huis gekocht had. Dat verbaasde mij nu de prijzen zo gigantisch zijn. Ook had ik het idee dat hij nog niet zo lang geleden verhuisd was. Dat viel mee. Het was al meer dan vier jaar geleden. Maar toch. Hij was er in ieder geval blij mee en ik had niet het idee dat hij zich bekocht voelde en veel te veel had moeten betalen.
Waarschijnlijk door het verhaal van mijn collega bleef ik later deze avond hangen bij een column van Ester Naomi Perquin in de Groene Amsterdammer dat ook over verhuizen ging. Het bleek niet een droomhuis maar een huurhuis te zijn waarvan ze de sleutels hadden, maar het mocht de pret niet drukken. Wel het terugkerende beeld van een dame die pontificaal plaats had genomen op het aanrecht tijdens de bezichtiging waar meerdere partijen voor waren uitgenodigd. Met haar handtas naast zich, wat een mooi beeld oplevert:
Die handtas, meende ik te begrijpen, was het equivalent van een handdoek op een strandstoel; een poging ergens bezit van te nemen, iets te claimen. Dit zou háár huis moeten worden, dit zou háár keuken moeten zijn.
De column sluit af met een geweldig gedicht (vind ik) van Martinus Nijhoff.
Wij stonden in de keuken, zij en ik.
Ik dacht al dagen lang: vraag het vandaag.
Maar omdat ik mij schaamde voor mijn vraag
wachtte ik het onbewaakte ogenblik.
Maar nu, haar bezig ziend in haar bedrijf,
en de kans hebbend die ik hebben wou
dat zij onvoorbereid antwoorden zou,
vroeg ik: waarover wil je dat ik schrijf?
Juist vangt de fluitketel te fluiten aan,
haar hullend in een wolk die opwaarts schiet
naar de glycine door het tuimelraam.
Dan antwoordt zij, terwijl zij langzaamaan
druppelend water op de koffie giet
en zich de geur verbreidt: ik weet het niet.
Impasse
Martinus Nijhoff
Uit: Nieuwe gedichten
(1934), Querido