Lezen – Non-Fictie:
Wereldgeschiedenis van Nederland onder redactie van Lex Heerma van Voss, Marjolein ’t Hart, Karel Davids, Karwan Fatah-Black, Leo Lucassen en Jeroen Touwen (blz. 242-274):
1637 – De mythes rond de Statenbijbel: Over het idee dat de vertaling van de Bijbel bepalend en vernieuwend is geweest voor het Standaardnederlands. Dat blijkt nogal mee te vallen.
1642 – De Portugese slavenlobby in Nederlands-Brazilië: Over het gegeven dat in nieuw veroverde gebieden op de Portugezen deze desondanks nog zeer veel invloed hadden op het WIC-beleid.
1648 – De Vrede van Munster. Rebellen worden medespelers: Over hoe Nederlanders nadat de vrede een feit was een belangrijke bijdrage bleven leveren aan de internationale orde.
1654 – Duitse keurvorst betaalt Nederlandse dichteres: Over de meer structurele ondersteuning die kunstenaars in het buitenland konden verwachten dan in de Republiek.
1656 – ‘Twee mooren in een stuck van Rembrandt’: Over de kleine Afrikaanse gemeenschap in de buurt waar Rembrandt zijn atelier had.
1658 – Onmisbare migranten voor de Gouden Eeuw: Over een teruggevonden brief die aantoont dat het beeld van overwegend kapitaalkrachtige en hoogopgeleide migraten die zich tijdens de Gouden Eeuw in de Republiek zouden hebben gevestigd niet overeenkomt met de alledaagse realiteit in de migrantensteden.
Lezen — Fictie:
Anna Karenina, Tolstoj (blz. 516–553): Alle tijdelijke twijfel bij Lewin ten spijt huwt hij nog diezelfde avond met Kitty en vertrekken zij beiden na het souper richting hun landgoed. Wronksi en Anna hebben zich ondertussen na een rondreis van drie maanden door Europa gevestigd in Italië. Het kost Wronski moeite invulling te geven aan hun verblijf daar ze zich min of meer ‘under-cover’ moeten bewegen gezien de aard van hun relatie. Tenslotte is Anna officieel nog niet gescheiden van haar man. Ze nemen intrek in een palazzo en Wronski stort zich op de schilderkunst nadat hij zich eerder al tijdelijk obsessief had bezig gehouden met politiek en literatuur. Ook dit duurt niet al te lang waardoor hij weer in algehele verveling verviel die hem steeds vaker teisterde.
Maar zonder deze bezigheid bleek het leven van Anna, die zich over zijn teleurstelling verwonderde, en van hem zo saai en vervelend te zijn op het Italiaanse dorp, het palazzo zag er plotseling zo onmiskenbaar vervallen en haveloos uit, zij begonnen zich zo te ergeren aan de vlekken op de gordijnen, de barsten in de vloeren, het brokkelende stuc van de kroonlijsten, zij kregen zo genoeg van altijd diezelfde Golenisjtsjew, de Italiaanse professor en de Duitse toerist, dat er noodzakelijk verandering moest komen.
blz. 553