Het iedere dag een artikel lezen op de site van de Maand van de Geschiedenis bevalt me goed. In de meeste gevallen krijg ik informatie voorgeschoteld die geheel of gedeeltelijk nieuw voor me is. Zo ook vandaag. In het artikel door Yvette Kopijn wordt het gedeelde verleden van Java en Suriname onder de aandacht gebracht, want wat velen misschien niet weten is dat begin vorige eeuw tot aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog veel Javanen in Suriname terechtkwamen:
Tussen 1890 en 1939 worden er in totaal 32.956 Javanen van de ene kolonie in de Oost naar de andere in de West overgeplant om eerst de plantagelandbouw en later de kleinlandbouw een economische impuls te geven.
Tot aan 1930 gaan ze individueel, als contractarbeider. Daarna worden ze geronseld als ‘vrij’ arbeider en vertrekken ze met hele gezin.
Kopijn neemt als voorbeeld het verhaal van ‘Bok’ (vrouw) Martosentiko die in 1924 als 21-jarige jonge vrouw de overtocht waagt omdat zij niet uitgehuwelijkt wil worden en daarvoor al eerder haar dorp verlaten heeft. Zij komt terecht op de suikerrietplantage Zoelen. Nadat haar contract verlopen is, besluit ze te blijven en bouwt in de jaren die volgen een leven op in haar nieuwe vaderland. Totdat met het naderende uitroepen van de onafhankelijkheid in 1975 ze besluit om samen met haar man te vertrekken naar Nederland. Hier slijten zij hun laatste levensjaren in het Javaans-Surinaamse bejaardenoord Nieuw-Beekvliet te St. Michielsgestel.
Zoals gezegd, het is een aspect van onze koloniale geschiedenis die misschien niet bij iedereen bekend mag worden geacht. Kopijn vraagt zich af hoe dat komt en heeft nog meer vragen:
Een even zo belangrijke vraag om te stellen is: waarom zijn we nog steeds geneigd om de Nederlandse koloniën in de Oost en in de West voor te stellen als twee strikt van elkaar gescheiden levenssferen, terwijl zij in werkelijkheid nauw met elkaar vervlochten waren?
Er blijkt veel onderling verkeer plaats te hebben gevonden als je je er verder in verdiept. Zo waren bestuurders die carrière maakten in beide overzeese gebiedsdelen, Surinaamse soldaten die in de Oost gingen vechten of Indiërs die zich in Nederland vestigden, zich alsnog hier niet thuis voelden en doorreisden naar Suriname. Kopijn merkt dan ook terecht op dat ‘Oost en West meer met elkaar zijn verbonden dan wij ons beseffen’ en ik ben blij dat ik haar artikel onder ogen hebben gekregen om dit hiaat in mijn kennis te vullen.
~ ~ ~
In oktober schrijf ik regelmatig een blogpost naar aanleiding van de artikelen op de site van de Maand van de Geschiedenis rond het thema van 2020: Oost/West.