MvdG: Krachtige vrouwen in het oude Egypte

Replica buste van Nefertiti

Het artikel dat ik gister las over het ‘eyland’ Sri Lanka is waarschijnlijk geschreven rond het jaar 2005/2006. Iets wat me pas later opviel. Er wordt melding gemaakt dat de (onbekende) auteur een jaar na de tsunami een bezoek brengt aan het eiland. Daar las ik de eerste keer overheen. Vandaag lees ik opnieuw een artikel op de site van de Maand van de Geschiedenis dat aangeboden is door National Geographic Historia. En wederom is niet duidelijk wie de auteur is, en ditmaal heb ik (nog) niet kunnen herleiden wanneer het artikel is geschreven of gepubliceerd.

Het artikel heeft de titel Zij voor wie de zon schijnt en zoomt in op het tijdvak 1539-1077 v.Chr., het zogenaamde Nieuwe Rijk dat gezien wordt als de grootste bloeiperiode van het oude Egypte. Bijzondere aandacht gaat uit naar een reeks koninginnen, Ahmose-Nefertari, Hatsjepsoet, Nefertiti en Nefertari om precies te zijn, die zich wisten te onderscheiden van de traditionele rol als ‘vrouw van de farao’.

Qua tijdsduiding voor het artikel zou het volgende citaat voor de echte Egypte-kenner misschien bruikbaar zijn, mij zegt het helaas niets:

Dankbaar maken we gebruik van het feit dat enkele bijzondere graven nu voor het eerst in jaren weer (mondjesmaat) worden opengesteld. In Deir el-Medina, het dorpje waar de kunstenaars woonden die werkten aan de graven in de Vallei der Koningen en de Vallei der Koninginnen, bezoeken we het graf van de beeldhouwer Nachtamoen.

Hoe dan ook, in vogelvlucht krijgen we per koningin te lezen in welke mate ze een unieke rol hebben gespeeld in de Egyptische geschiedenis en hoeverre dat afwijkend was van het gangbare patroon met een koningin in een minder prominente positie. Bijzonder daarbij is dat er nog zoveel over bekend is. Niet alleen omdat het zo lang geleden is, maar ook omdat vaak alle sporen werden gewist van zo’n overduidelijk aanwezige koningin. Zie als voorbeeld Hatsjepsoet:

Enkele jaren na haar dood echter, liet Thoetmoses III de herinnering aan Hatsjepsoet volledig uitwissen. De beelden in haar dodentempel werden vernietigd en haar naam werd uit reliëfs weggehakt. Waarschijnlijk wilden de aan de goddelijke orde gehechte Egyptenaren elk mogelijk bewijs van een ‘abnormale’ farao wegvagen.

En iets soortgelijks overkwam de nagedachtenis aan Nefertiti en haar man Amenhotep IV omdat deze laatste tijdens zijn regeerperiode radicaal brak met de heersende godsdienst van veelgoderij en ‘de zonneschijf Aton bevorderd [werd] tot de nieuwe oppergod’. Daar bleef het niet bij. Hij riep zichzelf uit tot hogepriester, nam een nieuwe naam aan (Achnaton), sloot tempels en stichtte een nieuwe hoofdstad. Het zette vanzelfsprekend veel kwaad bloed en uiteindelijk werd hij vermoord. Het is onduidelijk wat het lot van Nefertiti was na de dood van haar gemaal. Zij had een gelijkwaardige positie gehad bij zijn leven, en er word gespeculeerd dat zij ‘zelfstandig regeerde onder de naam Neferneferoeaton.’ Maar desalniettemin:

Na hun beider dood werd de traditionele goddelijke orde in Egypte in ere hersteld. De tempels gingen weer open en de cultus van Amon werd opnieuw staatsgodsdienst. De stad Amarna en alle herinneringen aan Achnaton werden vernield en begraven.

~ ~ ~ 

In oktober schrijf ik regelmatig een blogpost naar aanleiding van de artikelen op de site van de Maand van de Geschiedenis rond het thema van 2020: Oost/West.

Geef een reactie