MvdG: Schapen en NSB-ers in Nederlands-Indië

In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw probeert het fietsenmerk Gazelle voet (wiel?) aan de grond te krijgen in Nederlands-Indië. Daarvoor laten ze een reclamebrochure in de vorm van een beeldverhaal in elkaar zetten door de Nederlandse grafisch kunstenaar Cornelis André Vlaanderen (1881-1955). De titel luidt: Hoe Barani Maäs een prinses als vrouw krijgt

Op de site van Erfgoedfestival (want daar werd ik opnieuw naar doorverwezen bij het lezen van een volgend artikel op de site van de Maand van de Geschiedenis) heeft Rob van Oijen het gehele beeldverhaal plus tekst met een korte inleiding beschikbaar gemaakt. Erg leuk om te lezen en te bekijken.

Al meteen een van de eerste plaatjes trok om twee redenen mijn aandacht. De illustratie van een schaap linksboven bij een fiets die finaal uit elkaar valt. Het onderschrift:

Er zijn er ook die zeer goedkoop zijn,
ter waarde van een geit.
Maar als je er twee of drie dagen op rijdt,
gaat alles kapot en is ‘ie geen stuiver meer waard.

  • Waarom is er een schaap afgebeeld en geen geit?
  • Waren er schapen in Nederlands-Indië?

Ik beken: een echte veestapelkenner ben ik niet, maar het lijkt me toch duidelijk dat het hier een afbeelding van een schaap betreft gezien de dikke vacht.

Wat echter meer vraagtekens bij me opriep was het feit of er überhaupt schapen op Nederlands-Indië waren. Was het mogelijk een ‘slip of the pen’ van grafisch kunstenaar Cornelis André Vlaanderen die misschien nooit de toenmalige kolonie bezocht had en gebruik maakte van zijn artistieke vrijheid om een schaap te introduceren in deze exotische omgeving?

Nogmaals, ik heb zoals gezegd geen enkel verstand van de veestapel en zeker niet in overzeese gebieden. Een geit in Nederlands-Indië, daar kon ik me nog wel iets bij voorstellen, en daarom gaf ik de tekst het voordeel van de twijfel. Maar dat schaap? Hoewel ik weet dat er schapen op Australië rondlopen (toch?!) had ik een soort van black-out bij de gedachte dat er schapen op Nederlands-Indië zouden zijn. Dus zocht ik naar een antwoord op internet en tikte in ‘Waren er schapen in Nederlands-Indië?’.

De eerste hit die ik kreeg was bijna goed: Waren er NSB’ers op Nederlands-Indië? Daarvoor kon ik op de site van de Stichting Indische Documenten (SID) terecht. Het antwoord: Ja.

Iets verder bij de zoekresultaten vond ik een verwijzing naar een online pdf document met de titel: Gouden Hoorns. De geschiedenis van de veehouderij op Java, 1850-2000, een proefschrift ter verkrijging van de graad van Doctor geschreven door Martine Barwegen. Op pagina 52 bij het hoofdstuk over kleine landbouwhuisdieren vind ik het antwoord:

Geiten en schapen werden in Indonesië geïntroduceerd en in zeventiende eeuwse handelsstatistieken al genoemd. De domesticatie van schapen en geiten begon waarschijnlijk in Zuidwest Azië, ongeveer acht- à negenduizend jaar geleden. Geiten en schapen behoren tot dezelfde orde en familie als het rund, respectievelijk de Artiodactyla en Bovidae. De geit behoort tot het geslacht Capra en het schaap tot het geslacht Ovis. De gedomesticeerde geiten behoren tot de soort Capra hircus en het gedomesticeerde schaap tot de soort Ovis aries. Voor beiden soorten geldt dat er veel onenigheid bestaat over de classificering van deze dieren. Schapen en geiten vertonen veel overeenkomsten, maar de verschillen zijn dat een mannelijke geit stinkt, een sik heeft, geen geurklieren bij de poten en een convex (bolrond) voorhoofd heeft.

Ja dus. En we krijgen er gratis en voor niks een uitleg over de verschillen tussen een schaap en geit erbij. Weten we dat ook weer.

Rest natuurlijk de vraag waarom ik dacht dat er geen schapen op Nederlands-Indië waren.

~ ~ ~ 

In oktober schrijf ik regelmatig een blogpost naar aanleiding van de artikelen op de site van de Maand van de Geschiedenis rond het thema van 2020: Oost/West.

Geef een reactie