20337 – zondag

De zondag zou heet worden, heel heet. En dat werd het ook. Zo heet dat al bij voorbaat ons geplande uitstapje naar het verjaardagsfeestje van onze jongste kleinzoon niet doorging. De organisator en coördinator van het geheel (ook wel moeder genoemd) vond het beter om het evenement door te schuiven naar een week later met hopelijk iets aangenamere temperatuur.

We hielden dus tijd over om de gevel van ons huis aan de achterkant schoon te maken omdat die morgen opnieuw gesausd ging worden. Met een andere structuurlaag. Gladder. De huidige is wel erg mooi maar alles blijft er aan vast haken en als je er met je handen langs gaat dan loop je een grote kans dat je vel achter blijft en je met een open wond de rest van de dag verder moet. Overdreven gezegd.

Toen ik wat schoonmaakspullen uit de schuur ging pakken hoorde ik de zwaluwen zoals gewoonlijk een hoop kabaal maken. We zijn het inmiddels gewend dat ze ieder jaar (nu alweer voor de derde keer sinds we hier zijn komen wonen!) onze schuur als hun kraamkamer beschouwen. Iets waar wij geen enkel probleem mee hebben. Ik keek omhoog of de kleintjes al te zien waren en dat was zo. Een viertal kopjes met wijd opengetrokken snavels waren in afwachting van voedsel dat door hun onvermoeibare ouders af en aan werd gebracht.

Het kan ook zijn dat ze amechtig hijgend van de warmte onder het dak op het punt stonden van hun stokje te gaan. Zo heet dat de zwaluwen uit hun nest vallen. Een nieuw gezegde.

Op het eind van de dag toen de eerste onweerswolken kwamen aanrollen en in de verte de bliksem de hemel oplichtte ging ik nog eens kijken. Ze zaten alle vier nog steeds in hun nestje. Met de bek dicht. Verzadigd of afgekoeld. Of allebei.


Geef een reactie