Vanuit het terras hebben we vrij uitzicht op onze tuin. De begrenzing wordt gevormd door een schutting die aan het oog is onttrokken door enkele hoge laurierstruiken. Achter deze afscheiding ligt een perceel dat eigendom is van de gemeente en dienst doet als opslag van materiaal wat ze bijvoorbeeld nodig hebben bij wegwerkzaamheden. Maar ook de voorraad strooitzout kun je daar vinden.
Van die gemeentewerf zien we niets. Ook overlast qua geluid komt eigenlijk nauwelijks voor. Zo af en toe is men bezig om containers te vervangen of vervoersmiddelen te reinigen, maar dat is het wel. Meestal is het net zoals overal om ons heen erg rustig en kunnen we alle vogels die de omgeving bevolken goed horen.
Vandaag zat ik op deze bewolkte maar niet koude dag onder de overkapping te genieten van een kop koffie. Nu we hier alweer wat langer wonen begin ik langzamerhand enkele vogelgeluiden te onderscheiden van de rest en weet ik ze te koppelen aan de bijbehorende vogel die dat geluid maakt. Wie had dat ooit gedacht. Mijn vader kan trots op me zijn.
Het horen van vogels en vervolgens te gissen welk exemplaar het kan zijn dat is één ding, maar om ze dan daadwerkelijk te spotten is een uitdaging van geheel andere orde. Zo meende ik op een gegeven moment een roofvogel te horen. Een soort van schreeuw enkele keren kort na elkaar uitgestoten. Meestal zie ik dan zo’n indrukwekkend beest hoog boven in de lucht cirkeltjes draaien op zoek naar een prooi. Nu viel er niets te ontwaren.
Totdat ik de hoogspanningsmast een eind verderop wat aandachtiger bekeek. Zat er inderdaad een roofvogel boven op een van de horizontale uitsteeksels? Ik besloot mijn camera erbij te halen en de zoomlens te gebruiken. Ja, ik had het goed gezien. Ook met mijn ogen is nog niets mis.