In het boek dat ik momenteel lees (The Historian door Elizabeth Kostova) kwam ik bij een passage waar een van de hoofdpersonen een college moet geven aan een groep Hongaarse historici. De tijd waarin zich dit afspeelt is 1954 en het gastcollege is een voorwendsel om op die manier ter plaatse (in Hongarije dus) verder onderzoek te doen naar de geschiedenis van graaf Dracula. Er is echter een klein probleempje. Het thema van de conferentie waar het college onderdeel van uitmaakt heeft weinig raakvlakken met het gebied waarin de spreker is gespecialiseerd. Hij heeft zich in korte tijd laten bijscholen om een fatsoenlijke lezing te kunnen verzorgen maar beheerst de stof verder lang niet goed genoeg om eventuele vragen uit het publiek te kunnen beantwoorden.
Hij ziet er daarom als een berg tegenop en blijft hopen dat er iets gebeurt waardoor zijn lezing alsnog niet kan doorgaan. Bijvoorbeeld een of andere technische storing.
Professor Sándor and his assistant were fiddling with the microphone again, and it occurred to me that perhaps the audience wouldn’t be able to hear me, in which case I had little to worry about.
[p.349]
Het deed me denken aan vergelijkbare situaties in mijn werkzaam leven dat ik in een zaal of vergaderruimte een presentatie moest geven over onderwerpen die ik (nog) niet geheel in de vingers had. Zo’n eerste keer bezorgde me dan vaak slapeloze nachten en het koude angstzweet vooraf aan mijn optreden. In plaats van als eerste aan bod te zijn (en er dan meteen vanaf te zijn) stond ik vaak wat later op de agenda en was de eerste helft van de dag een ware martelgang. In mijn hoofd eindigden alle mogelijke scenarios van hoe de presentatie zou verlopen even desastreus. De enige mogelijke redding was dat er iets tussen zou komen waardoor mijn plek op de agenda zou komen te vervallen.
Een recent voorbeeld was toen we slechts enkele uren tot onze beschikking hadden, er een compleet nieuw videoconferentiessysteem op ons stond te wachten dat nog niet eerder gebruikt was en ik als laatste op de agenda stond voor een update van een project waar ik zelf niet echt bij betrokken was geweest. De projectleider was verhinderd en men had mij gevraagd om het over te nemen. Ook nu weer de nodige zenuwen bij mij maar ook bij het IT personeel dat opgeroepen werd omdat niemand van de aanwezigen het systeem in werking kon krijgen. Op de achtergrond stond ik volop te duimen dat ook hen het niet zou lukken om contact te leggen met enkele andere videoconferentieruimtes binnen ons bedrijf. Toen dat eindelijk wel lukte was mijn volgende hoop op een narrow escape dat de audio dan maar een hoop problemen zou geven. Helaas.
All too soon, however, the equipment was working and the kind professor was introducing me, bobbing his white head enthusiastically over some notes.
[p.349]
Uiteindelijk bleek er dan helemaal niet zo heel veel tijd verloren te zijn gegaan en was ik in veel gevallen gewoon op de geplande tijd aan de beurt. In de meeste gevallen verliep de presentatie vervolgens ook nog eens redelijk probleemloos. En ik nam me iedere keer opnieuw voor om mezelf niet meer zo gek te maken.
~ ~ ~
Geef een reactie