De kippen mogen dan vrij rondlopen, onze twee poezen blijven voorlopig binnen. Ze zijn niet anders gewend en om ze nu in een vreemde omgeving de deur uit te sturen voelt niet goed. Wat ook niet helpt zijn de verhalen van een collega die onlangs verhuisd is. Zijn poezen mochten weliswaar bij het vorige huis al naar buiten maar behaalde resultaten uit het verleden gaven geen garantie voor de toekomst. Eentje is er meteen doodgereden, een tweede hebben ze na een week ergens in de berm teruggevonden met een verbrijzelde heup.
Het betekent wel dat zolang we nog ‘vreemd volk’ (zoals bouwvakkers, e.d.) over de vloer hebben, we continu moeten vertellen dat iedereen de deuren goed sluit. Natuurlijk wordt dat geregeld vergeten. Gelukkig zijn onze poezen zo schuw dat ze zich meestal ergens op onze slaapkamer hebben teruggetrokken (lees: verstopt onder het bed) totdat de rust in en/of rond het huis is weergekeerd. Quasi-nonchalant komen ze dan tevoorschijn om te checken of het avondeten al klaar staat.
Toch lijkt het af en toe mis te gaan. Niet zo lang geleden zag ik vanuit de keuken hoe Puck bij de vijver tussen de planten scharrelde. Snel rende ik naar buiten en riep in het voorbijgaan naar Inge dat ze ook moest komen. Het bleek loos alarm. De poes die ik aanzag voor Puck was een van de vele zwerfkatten die onze buurt rijk is. Van de buurman had ik al eerder gehoord hoe er regelmatig katten worden gedumpt door eigenaars die er (letterlijk en/of figuurlijk) genoeg van hebben. In het begin haalde hij ze in huis, maar daar is hij al jaren geleden mee gestopt. Niet te doen.
Vanmiddag dacht ik even dat er opnieuw eentje van ons was ontsnapt. Ik stond achter in de tuin hout te kloven toen ik plots gemiauw hoorde. Het klonk als Puck wanneer zij bezig is om bolletjes wol van Inge’s haakwerk te verplaatsen van de ene naar een andere kamer1. Zou ze stiekum naar buiten zijn geglipt? Ik keek naar het huis en zag haar achter het raam liggen slapen op een krukje wat daar speciaal voor is neergezet. Tika (aka the seldom seen cat) zat op de tafel van de bloemen te eten. Niets aan de hand dus.
Maar ik bleef het miauwen horen.
Na nog eens goed rondkijken zag ik waar het vandaan kwam.
—
Ja, dat klinkt net zo vreemd als het is. ↩
Geef een reactie