[p.71-82]
And in the fog there appears an intimation of a figure. It disappears when I look at it directly, but then reappears in the corner of my vision when I turn my glance.
[p.71, Zen]
Het vorige hoofdstuk eindigde met een visioen van de ik-persoon. Hij ontwaart een geest die hij tot z’n schrik herkent als Phaedrus: ‘Evil spirit. Insane. From a world without life or death.’
Wie of wat deze Phaedrus-figuur is wordt niet echt duidelijk gemaakt. De ik-persoon geeft wel aan dat hij dieper zal ingaan op de gedachtenwereld van Phaedrus. Want hij is tot het inzicht gekomen dat:
To omit him now would be to run from something that should not be run from.
[p.72, Zen]
Veel van wat hij in de afgelopen hoofdstukken tijdens de zogenaamde Chautauquas heeft verteld was namelijk gebaseerd op het denkwerk van Phaedrus. Om hem beter te begrijpen is het allereerst noodzakelijk een onderscheid te maken tussen twee visies op de wereld om ons heen:
- een klassieke, en
- een romantische
Deze twee invalshoeken staan lijnrecht tegenover elkaar. De ‘klassieken’ bezien de wereld vanuit de onderliggende vorm, terwijl de ‘romantici’ juist veel meer gericht zijn op de uiterlijke verschijningsvorm. Kenmerken voor de klassieke benadering zijn bijvoorbeeld rede, (natuur)wetten en abstractie, terwijl men bij de romantische benadering eerder aan creativiteit, intuïtie en emoties moet denken.
Uitstapje: Toen ik dit zat te lezen moest ik terugdenken aan sommige recensies die ik gelezen had bij mede-bloggers over het boek Hoe lees ik? van Lidewijde Paris. Een aantal van hen had twijfels of ze dit boek wel wilden lezen. Ze waren bang dat een kijkje in de keuken van hoe een schrijver te werk gaat (onderliggende vorm) hun plezier in het lezen van de tekst an sich (romantische kijk) mogelijk zou kunnen verpesten.
Door de jaren heen heeft men zich in beide kampen ingegraven in het eigen gelijk en beziet men de ander alleen nog maar door een gekleurde bril zonder dat er van enige toenadering sprake is.
It is within this context that what Phaedrus thought and said is significant. But no one was listening at that time and they only thought him eccentric at first, then undesirable, then slightly mad, and then genuinely insane.
[p.77, Zen]
Phaedrus zelf was een klassieker pur sang. Hij benaderde alles op een uiterst analytische wijze. Om te beschrijven hoe dit in zijn werk ging, gebruikt de ik-persoon de werking van een motorfiets als voorbeeld. Hij begint met op een klassieke manier te beschrijven uit welke onderdelen een motorfiets bestaat. Daarna gaat hij in op de functies die al deze onderdelen hebben. Het is een opsomming die we kennen van een handleiding bij een gebruiksvoorwerp.
De ik-persoon stelt vast dat hier niets vreemds aan is, totdat we deze analytische uiteenzetting verder gaan analyseren. Op meta-niveau dus. Dan valt op dat het buitengewoon saai is hoe dit gebracht wordt (de romantische kijk). Maar als we hieraan voorbij gaat zien we nog veel meer:
The first is that the motorcycle, so described, is almost impossible to understand unless you already know how one works. […] The second is that the observer is missing. […] The third is that the words ‘good’ and ‘bad’ and all their synonyms are completely absent. No value judgements have expressed anywhere, only facts. The fourth is that there is a knife moving here. A very deadly one; an intellectual scalpel so swift and so sharp you sometimes don’t see it moving.
[p.80-81, Zen]
Het is met dit analytische mes dat Phaedrus heel vaardig was. Met enkele halen wist hij een onderwerp tot op het bot te ontleden. Alleen lijkt zich dat tegen hem gekeerd te hebben. In zijn zoektocht naar een oplossing voor de almaar groeiende kloof tussen klassiek en romantiek werd hij zelf slachtoffer van zijn snijkunsten:
[…] there was a court-ordered police arrest and permanent removal from society.
[p.77]
Geef een reactie