Zenuwen. Ik had het niet verwacht maar vanochtend kwamen ze toch opzetten. Hoe zou ik het er vanaf brengen tijdens mijn eerste survivalrun als wedstrijdloper? Al die tijd was ik er alleen maar mee bezig geweest in de zin dat ik zorgde voldoende te trainen. Nu ineens sloeg daar de twijfel toe. Wat had me ertoe gebracht om die licentie aan te vragen? Had ik niet beter lekker als recreant kunnen blijven lopen?
En meer van dat soort nutteloze vragen spookten door mijn hoofd toen ik de wekker om 6 uur had uitgezet. Dat schoot natuurlijk niet op. Tijd om op te staan en aan het ontbijt te beginnen. Met een lekker stukje muziek op de achtergrond kwam al snel weer het juiste gevoel terug. Ik had er zin in. Zeker toen ik wat later op de ochtend in Gennep aankwam en de eerste lopers al bezig zag met hun warming up.
Om 10:40 uur klonk het startschot. Vooraf had ik verschillende scenarios overwogen hoe ik het beste aan de run zou kunnen beginnen. Al snel bleek dat een run zo z’n eigen dynamiek kent. Zo bestond de derde hindernis uit een swingover, maar omdat er slechts vier touwen hingen en de groep deelnemers nog redelijk dicht op elkaar zit moet je meteen een tijdje wachten als je niet vooraan in de groep zit. Daar had ik me op verkeken. Voor ik het wist liep ik op een flinke achterstand. Ik besloot vervolgens mijn eigen tempo te lopen.
Hoe lang ik onderweg was weet ik niet maar bij hindernis 37 aangekomen wist ik dat het er bijna op zat. Mijn rode bandje had ik al die tijd weten te behouden. Als ik er in zou slagen om twee maal (heen en terug) via de apenhang over het riviertje de Niers te gaan had ik het ergste achter de rug. En ook deze hindernis wist ik probleemloos te overwinnen. Op weg dus naar de eindhindernis.
Waar het alsnog mis ging.
Het eerste deel bezorgde me al veel problemen. De bedoeling was om hangende aan een losse stok jezelf tussen twee balken vooruit te bewegen. Dat ging enkele keren al meteen bij het begin mis. Om me heen zag ik dat meer deelnemers er moeite mee hadden. Een schrale troost. Ik besloot me te richten op diegenen die het wel lukte en te zien of ik hun techniek kon toepassen. Met succes. Nadat ik de stok ietwat anders vastpakte ging het eigenlijk verrassend soepel.
Bij het tweede deel aangekomen kreeg ik twee losse ringen aangereikt. Daarmee moest je aan een balk gaan hangen waar aan de zijkant korte stokjes bevestigd waren. Door je gewicht te verplaatsen kon je een ring van een stokje halen en verplaatsten naar een volgend stokje. Enzoverder. Ik had het idee dat me dit goed moest afgaan want tenslotte had ik veel getraind op triangels en pakladder. En het lukte me ook bijna. Maar net niet helemaal. En net niet helemaal betekent helemaal terug.
Zo heb ik daar een kwartiertje doorgebracht met twee ringen in mijn hand en de finish op een tiental meter verderop. Hoe ik ook mijn best deed, ik haalde het keer op keer net niet. En dus werd mijn bandje met een grote schaar doorgeknipt. Einde oefening.
Over twee weken een nieuwe kans in Enschede.
Geef een reactie