[p.37-40]
In de auto vertelde mijn oudste kleinzoon hoe zijn pyama party een paar dagen eerder was geweest. In het kort kwam het erop neer dat ze de hele nacht niet hadden geslapen. Ik vond dat nogal overdreven maar in de achteruitkijkspiegel kon ik zien hoe hij zijn ogen wijd had opengesperd.
Iets wat ze dus de hele nacht hadden gedaan. De weken voorafgaande aan het feestje had hij iedere nacht geoefend.
Nieuwsgierig geworden wilde ik van hem weten hoe ze dan verder de hele nacht hadden doorgebracht. Voornamelijk televisie kijken en chips eten. Tja, dat gaat een stuk makkelijker met je ogen open, zo gaf ik toe. Hadden ze elkaar ook nog griezelige verhalen verteld, over spoken enzo?
Nog steeds strak voor zich uitkijkend knikte hij van nee. Hoezo, ze hadden toch de televisie aan staan?
Ik vertelde hoe wij vroeger, in een tijd dat er maar enkele gezinnen in onze buurt een televisietoestel hadden en dat zo’n apparaat zeker niet in de slaapkamer van de kinderen stond, elkaar de stuipen op het lijf joegen met lange verhalen vol geesten en demonen. Soms zo eng dat degene die het vertelde zelf van schrik niet verder durfde.
Echt niet. Echt wel.
Wat voor verhalen dan?
Daar had hij me. Hoe ik ook mijn best deed, er wilde me niets te binnen schieten. Gelukkig waren we bijna thuis, dus ik heb moeten beloven dat ik hem binnenkort (31 oktober?) een heel spannend verhaal ga vertellen omdat hij nergens bang voor is en al die tijd ook nog eens zijn ogen zal openhouden. En in het donker natuurlijk.
In Zen and the Art of Motorcycle Maintenance probeert het groepje motorrijders de storm voor te blijven en ze jakkeren op hoge snelheid over de landwegen op weg naar een dorp of stad met een fatsoenlijk hotel. Onderweg herkent de ik-persoon plotseling tussen de bliksemflitsen door een stuk van de omgeving. Alsof hij er ooit eerder al eens is geweest. Het brengt hem in een soort van shocktoestand.
Later, wanneer ze een hotel hebben gevonden, vraagt Sylvia (de vrouw van het bevriende stel) of hij soms een geest heeft gezien, zo wit in zijn gezich is hij nog steeds. Nadat ze zich geïnstalleerd hebben gaan ze op zoek naar een restaurant. Weer terug in het hotel besluiten ze nog wat te drinken in de hotelbar. Chris (de zoon van de ik-persoon) vraagt of ze elkaar beurtelings spannende verhalen kunnen vertellen. Met geesten. Net zoals hij gewend is op zomerkamp. Enthousiast begint hij zelf als eerste. De ik-persoon herkent er een paar die al verteld werden toen hij nog jong was, maar weet er geen enkele te herinneren wanneer het zijn beurt is.
Zelf pijnig ik ook nog steeds mijn hersens maar er schiet me niets te binnen. Misschien moet ik hem op 31 oktober maar eens gaan vertellen over dat ongeluk wat mij meer dan 25 jaar geleden is overkomen in het zuiden van de VS.
Het was tijdens een 4-weekse vakantie die ik ondernam met twee goede studievrienden. In een gehuurde Buick trokken we van camping naar camping…
Geef een reactie