Nog 250 pagina’s te gaan en dan weet ik hoe 2666 eindigt. Ik ben alleen bang dat ik met zoveel vraagtekens blijf zitten dat een onmiddellijke herlezing bijna verplicht is wil ik niet gek worden van alle onbeantwoorde vragen die zich in mijn hoofd blijven opstapelen bij elke volgende pagina die ik lees. Tot nu toe lukt het me niet ook maar enige grip te krijgen op de ontstellende hoeveelheid informatie die door Roberto Bolaño in deze roman is verwerkt. Het is als zo’n Russisch poppetje met daarin een nieuw poppetje. En dat tot in de oneindigheid. Nog nooit eerder heb ik zo’n boek gelezen.
Op de site van The Mookse and the Gripes zie je dat ook terug in de commentaren bij de Read-along die daar gaande is. Iedereen (of je 2666 nu voor de eerste of de tigste keer leest) worstelt met het doorgronden van de diepere betekenis die Bolaño ongetwijfeld in dit megalomaan bouwwerk heeft verstopt. Maar het lijkt onbegonnen werk. En hoewel ik eerder heb aangegeven niet te verwijzen naar stukken tekst uit de gedeeltes die nog aan bod moeten komen, breek ik hier met die ongeschreven regel. Want de volgende alinea verwoordt perfect waar dit frustrerende gevoel vandaan komt. Bolaño vertelt hier over een wiskundige
[…] die zich de laatste twintig jaar van zijn leven had beziggehouden met het zoeken naar ‘enkele mysterieuze getallen’ die ergens verborgen zijn in het uitgestrekte landschap dat zichtbaar is voor de mens, maar die niet zichtbaar zijn en die zich tussen de rotsen of tussen de ene en de andere kamer kunnen ophouden en zelfs tussen het ene getal en het andere, zogezegd een alternatieve wiskunde, gecamoufleerd tussen de zeven en de acht, in afwachting van iemand die in staat is die te zien en te ontcijferen. Het enige probleem was dat je om die wiskunde te kunnen ontcijferen die eerst moest zien, en om die te kunnen zien die eerst moest ontcijferen.
[p. 812, 2666, vet gedrukt door mij]
Het zal geen verbazing wekken dat de wiskundige in een gekkenhuis terecht komt.
Waarbij we zijn aanbeland wat volgens mij het centrale thema is van Het deel van Amalfitano: de gekte die hem sluipenderwijs in bezit neemt.
Ik vind krankzinnigheid een fascinerend onderwerp in de literatuur en tegelijkertijd beangstigt het mij evenzeer. Wat nu wanneer je als lezer verstrikt raakt in de ijzeren logica van een (geestelijk gestoord?) romanpersonage? Kun je dan nog terug? Misschien heb je je wel geheel onbewust laten inpalmen door de (geestelijk gestoorde?) auteur en besef je niet dat je voor de buitenwereld rijp bent om opgenomen te worden in een gesticht wanneer je na dagen obsessief lezen weer eens opkijkt van je boek. Alsof een virus je te grazen heeft genomen.
De eennalaatste vraag uit het lijstje dat op The Mookse and the Gripes staat vermeld naar aanleiding van dit tweede deel, vind ik dan ook zeer tot de verbeelding spreken:
- Part 2 mentions telepathy at least three times, and other forms of coded communication often, including Araucanians’ “secret” triangle of writing (which links to Dieste’s book) and Adkintuwe. What is the significance of such matters in 2666? Is there a coded message in the mass murder? Does Amalfitano’s vivid image of Lola working as a cleaner in Paris suggest telepathy? And what of Amalfitano’s strange and yet interesting theory of jet lag, that phenomenon of turning “the pain of others into memories of one’s own”?
- What do we make of Marco Antonio Guerra?
- Why does Bolaño end with a dream about Boris Yeltsin, which provides Amalfitano with a conversation about “the third leg of the human table” and an equation: “supply + demand + magic”?
- Who or what do the voices in Amalfitano’s head represent?
- If “madness is contagious,” what is the source of the contagion in 2666?
- What do we make of the connections to ancient Greece, both in Lola’s visions of herself and in the alleged connection between Greece and Chile?
Is madness contagious?
Is gekte besmettelijk? Overdraagbaar?
Ik denk van wel. Ik denk dat Amalfitano gek aan het worden is. Ik denk dat dit te maken heeft met zijn vrouw Lola.
Het kan ook zijn dat ik dit denk omdat Bolaño wil dat ik denk dat het normaal is dat Amalfitano gek kan worden doordat hij besmet is geraakt door de gekte van zijn vrouw. Dat maakt het nog erger. Dat maakt dat ik gek aan het worden ben. Dat maakt het aannemelijk dat gekte overdraagbaar is.
Echt, ik word gek van dit boek.
~ ~ ~
Geef een reactie