Een vrouw op 1000 graden – Hallgrímur Helgason.
De neiging van mensen om naarmate het einde nadert hun voorbije leven als een afgerond geheel te zien. Ik heb dat nooit zo goed begrepen. Ook schrijvers van biografieën bezondigen zich daar nogal vaak aan. Een krampachtige poging om het leven te vertellen als een verhaal. Maar dan wel eentje met een duidelijk begin en einde.
Ja, zo zijn verhalen meestal. Levens slechts zelden. Veel vaker is het echte leven een abrupt afgebroken verhaal. Een nog maar net op gang gekomen verhaal. Waar net de vaart een beetje begon in te komen. Of een verhaal dat zich hoofdstuk na hoofdstuk voortsleept. Waar niets lijkt te gebeuren maar waar de frustratie vanaf druipt omdat de hoofdpersoon er zo graag meer uit had willen halen. Doch niet meer kan. Niet meer mag.
Waar ik minstens zo van huiver zijn de verhalen (of levens) die ogenschijnlijk volgens een vooraf niet meer te beïnvloeden sturing een kant op gaan die voorbestemd is. De levensbepalende gebeurtenissen die in het verschiet liggen zijn duidelijk te herkennen in allerlei voortekenen. Er valt niet aan te ontkomen, zo wil men doen geloven. Alles wordt (met de kennis van achteraf) hineininterpretiert.
Nu wil ik best wel geloven dat er levens zijn (te verzinnen) waar het toeval zo’n bizar grote rol heeft gespeeld dat het misschien makkelijker voor de gemoedsrust is om te zeggen dat een hogere macht daar een rol in heeft gespeeld. Toeval bestaat niet, roept men dan. Nou, maar de consequentie dat men aldus een pion is geworden in een spel waar men zowel de regels als de spelers niet van kent, vind ikzelf dan weer geen bevredigend alternatief. Geen predestinatie voor mij. Wat gebeurt, gebeurt.
Wel voel ik meer voor het omgekeerde. Postdestinatie. Dat wat gebeurt zo ingrijpend is dat het verdere leven gekleurd wordt door die allesbepalende gebeurtenis. Het wordt (bewust of onbewust) een meetlat voor het verder leven. Afhankelijk van wat men heeft meegemaakt (en dit kan zowel een zeer positieve als negatieve ervaring zijn, hoewel ik het idee heb dat de laatstgenoemde veel meer impact heeft) zal het zijn sporen langer achterlaten.
Niet iedereen overkomt dit in even heftige mate.
Voor de IJslandse Herbjörg (‘Here’) Maria, de hoofdpersoon uit Een vrouw op 1000 graden, een monumentale roman door Hallgrímur Helgason, lijkt het voor de hand liggend dat zij het nodige heeft meegemaakt wanneer ze op tachtigjarige leeftijd verzucht:
Ik heb dus niet meer dan een paar weken te leven, met twee sloffen Pall Mall, een laptop en een handgranaat, en ik heb het in mijn leven nog nooit zo goed gehad.
[p.10]
Een volle 500 bladzijdes verder krijgen we te lezen wat voor haar vijfenzestig jaar eerder de maat der dingen is geworden:
De oorlog was afgelopen en mijn leven ook.
[p.526]
Dat hadden we al kunnen vermoeden (om eens een understatement van jewelste te gebruiken). En zonder die laatste beslissende gebeurtenis op bladzijde 526 hadden we ook wel geloofd dat alles wat haar is overkomen en waar ze zo meeslepend over wist te vertellen, traumatisch genoeg was om te begrijpen waarom ze daar in haar verdere leven zoveel last van is blijven houden. Doch het was slechts een aanloop. Maar wat voor een! Ik waande me afwisselend in de gruwelijke vertellingen uit zowel Jerzy Kosinki’s ‘Painted Bird’ alsook ‘Napoleons fatale veldtocht naar Moskou’ door Adam Zamoyski.
Iedere keer weer denk je nu wel alles gelezen te hebben over wat oorlog doet met de mensheid, echter ook Hallgrímur Helgason heeft er met zijn beeldende taal een volgende dimensie aan toe weten te voegen. Wie de lotgevallen van de jonge Here (ze was 10 jaar toen de oorlog begon en al snel vanwege allerlei omstandigheden zowel door haar moeder en vader verlaten, en stond er moederziel alleen voor terwijl de grootste rampjaren uit de geschiedenis zich voltrokken) aldus gevolgd heeft kan begrip opbrengen voor de cynische houding die haar slechts rest:
Het zou voor iedereen eens goed zijn de voorgevel van je huis kwijt te raken, het brandende geknetter van een kind te horen of toe te zien hoe je geliefde in de rug wordt geschoten. Ik heb mijn hele leven niet goed met mensen op kunnen schieten die nog nooit over een lijk heen hebben hoeven stappen.
[p.11]
Een hele lange aanloop was het. Die alsmaar voortdurende oorlogsjaren waar Here als een soort wees zich in leven probeerde te houden op het platteland van Polen en Duitsland. Totdat ze uiteindelijk Berlijn weet te bereiken wanneer de oorlog op zijn einde loopt. Dan wordt de eindsprint ingezet:
Voor de mannen was de oorlog afgelopen, maar voor ons vrouwen begon hij nu pas.
[p.523]
Daar, in het Berlijn waar Here dacht dat ze haar hellegang zowat achter de rug had, en waar ze hoopte binnenkort met haar vader en moeder herenigd te worden, blijkt het ergste nog te moeten komen. Ja, ze wordt inderdaad herenigd met haar vader. Toevallig. Maar vraag niet hoe:
In één ogenblik rangschikte zich mijn leven in hoofdstukken, in onwrikbare, in beton gegoten hoofdstukken, heel mijn toekomst, als kamers in een trappenhuis. Het enige wat mij restte was die trappen helemaal omlaag lopen tot hier in deze garage.
[p.526]
Een aantal maanden later is ze dan toch terug in IJsland waar ze weer opgenomen wordt in de veilige boezem van haar familie. Terug in IJsland waar de oorlog niet meer is geweest dan iets in de verte. Een moment in de geschiedenis welke de IJslanders opportunistisch hebben aangegrepen om zich onafhankelijk te laten verklaren van het Deense koningshuis.
Terug in dat IJsland is de nog steeds jonge Here gezeten aan een deftig banket totdat zich een vrouw tot haar richt met de volgende vraag:
‘En hoe… hoe was de oorlog daar?’
[p.533]
De golf van walging die Here vervolgens overspoelt en haar de hele tafel inclusief gasten doet ondersproeien met zuur bijtend braaksel staat voor mij gelijk aan alles wat haar nog te wachten staat. Geen predestinatie. Postdestinatie.
~ ~ ~
Niet vaak heb ik zo in trance een boek van deze omvang in één ruk uitgelezen. Het zijn er slechts weinigen gegeven die mij in de ban weten te houden door zowel thematiek als stijl van schrijven. Hallgrímur Helgason is het gelukt met deze geweldige roman. Het is niet een page-turner in de zin dat je gehaast bladzijde na bladzijde er doorheen jaagt om te weten hoe het afloopt. Integendeel. Het is eerder een boek dat dwingt tot rustig lezen omdat er zoveel te genieten valt van het taalgebruik en de typische humor, terwijl tegelijkertijd de haast onbeschrijfelijke details uit de tweede wereldoorlog maar ook uit het latere ongelukkige leven van Here je soms naar adem doen happen en geregeld dwingen om het boek even terzijde te leggen om het gelezene te laten bezinken. Een groot compliment aan de schrijver Helgason.
De tachtigjarige Here zit met een oude handgranaat, een slof sigaretten en een laptop in een garage, surft op het web en onderhoudt via Facebook contacten met de hele wereld. Ze heeft besloten dat ze nog voor kerst gecremeerd wil worden. Terwijl ze wacht ’tot de oven 1000 graden heeft bereikt’, blikt ze terug op een veelbewogen leven dat haar alle hoeken van de geschiedenis liet zien. Ze kreeg drie zonen van negen mannen, is de kleindochter van de eerste president van IJsland, belandde tijdens de oorlog als dochter van een ‘foute’ vader in Denemarken, Polen en Duitsland en verhuisde toen noodgedwongen met hem naar Argentinië (niet Amsterdam zoals abusievelijk op de achterflap staat vermeld) waar ze haar eerste kind verloor. De jaren vijftig en zestig bracht ze door in Parijs, Zuid-Afrika, New York en Hamburg. Ze studeerde fotografie en vierde feest met de jonge Beatles, om uiteindelijk definitief terug te keren naar haar geboortegrond.
Een vrouw op 1000 graden
Hallgrímur Helgason
Uitgeverij De Arbeiderspers
ISBN 9789029588935
Geef een reactie