Elevator pitch
Op de gang kom ik hem opeens tegen. Onverwacht. Hij hoort hier niet te zijn. Zijn kantoor is ergens anders. Ver weg. In een ander land. Toch zie ik hem nu recht op mij af komen lopen. Ik bedenk me dat ik wel eens over hem heb gedroomd. Zou hij ooit over mij hebben gedroomd? Indien ja, moet ik hem dan anders inschatten?
De wereld bestaat niet. Alles wat ik meemaak heb ik zelf verzonnen. Alleen is het zo jammer dat ik het niet kan sturen. Dan was ik hier niet.
Ik ben hier wel. Hij ook. We schudden elkaar de hand. Ik noem hem bij de voornaam. Hij moet de mijne schuldig blijven. De bedoeling is dat ik nu wat ga zeggen. Zoals bijvoorbeeld. Het blijft leeg in mijn hoofd.
Tijdens verschillende cursussen heb ik de term elevator pitch voorbij horen komen.
[Vroeger. Lang geleden. Heb ik eens in de eerste week van mijn allereerste gloednieuwe baan een man in de lift gigantisch van repliek gediend omdat hij de deur voor mijn neus wilde dichtdoen. Het bleek de directeur. Het waren twee fantastische dagen.]
Ik verontschuldig me en loop door. Druk druk druk.
Een elevator pitch. Op de gang nog wel. Het moet niet gekker worden.
Geef een reactie