thuisvoelen
“Met een mooi design gaan je bezoekers zich thuisvoelen.”
“Een design hoort herkenbaar en consistent te zijn.”
Zo maar wat (niet geheel willekeurige, want jullie kennen mij inmiddels) voorbeelden van tweets eerder deze avond tijdens #blogpraat. Het onderwerp was Webdesign voor blogs. Een onderwerp waar ik een heel blog mee kan vullen. Laat ik dat nu eens doen ook.
Lang geleden, in een tijd dat ik nog thuis woonde bij mijn ouders heb ik geleerd om in de vroege ochtend, wanneer het gehele huis nog in duisternis was gehuld, altijd voorzichtig de trap af te dalen. Niet zozeer omdat ik bang was naar beneden te vallen, maar juist vanwege de overgang van de allerlaatste tree naar de begane grond van de woonkamer. Ik wist namelijk wat ik kon verwachten. In veel gevallen iets anders dan de avond er voor toen ik me naar mijn slaapkamer begaf.
Waardoor het ooit begonnen is zou ik zo niet kunnen verklaren. Voor mij leek het dat het te maken had met het nieuwe (eerlijk gezegd, tweedehandse) huis waarin we ergens eind jaren ’70 kwamen te wonen nadat we te horen hadden gekregen dat het huizenblok waar we tot dusver woonachtig waren tegen de vlakte ging. Eerder was het me nooit opgevallen, of het was nooit voorgekomen. Vanaf nu dus wel.
Mijn moeder ging nooit vroeg naar bed. Terwijl wij voor ons gevoel altijd veel te vroeg naar boven werden gestuurd, en mijn vader uit eigen wil redelijk op tijd naar bed ging (zijn wekker liep af tussen drie en vier uur in de nacht), bleef zij steevast nog uren op de bank zitten. Bladerend door de leesmap of televisie kijkend. Maar nog vaker begon ze in een opwelling iets te verplaatsen in de woonkamer. Een klein tafeltje naast de bank met daarop een leeslamp. Of een grote staande vaas. Wanneer ze daar eenmaal mee begon, was er geen houden meer aan. In haar eentje was ze in staat om het complete meubilair van plek te laten wisselen. Zinde het haar niet, dan sjouwde ze onverstoorbaar alles weer terug.
Daar kregen wij niets van mee. Hooguit dat het ons soms verbaasde hoe vermoeid en gebroken ze tegen de middag uit haar bed kwam. Vaker echter (in de tijd dat we ons nog niet bewust waren van haar avonduurlijke activiteiten) liepen we nietsvermoedend de trap af om vervolgens keihard tegen een of ander meubelstuk aan te lopen dat er zeer zeker de vorige avond nog niet had gestaan. In ons (niet meer zo) nieuwe huis was er geen rekening mee gehouden dat het wel eens handig kon zijn om van boven op de overloop het licht in de woonkamer te kunnen ontsteken alvorens wij de tocht neerwaarts aanvingen. Zeker in die (voor ons gevoel toenemend in aantal) gevallen dat het eindresultaat van mijn moeders ’total make-over’ een geheel nieuwe woninginrichting betrof.
We hebben er mee leren leven. Op den duur werd het vaste gewoonte eenmaal onder aan de trap jezelf met voorzichtige tred richting de lichtknop te begeven om pas bij het volle kunstlicht de nieuwe situatie in ogenschouw te nemen. Die viel soms mee, soms tegen. Of was ogenschijnlijk hetzelfde gebleven. Met ietwat kleine verschillen voor wie er oog voor had (wij vaak niet, gezien het vroege uur). Op een gegeven moment wisten we niet beter. We woonden in een huis dat continu aan verandering onderhevig was. Iedere dag kon het anders zijn. En we voelden ons er thuis. Ondanks of dankzij.
I rest my case.
[en dan ga ik nu het design van mijn blogsite maar weer eens veranderen…]
Geef een reactie