Een aantal dagen geleden zag ik vanuit de hoeken van mijn door schuurstof haast geblindeerde ogen de oproep voorbijkomen om alvast na te denken over het onderwerp in #blogpraat van komende maandag: Authentiek bloggen. Ik zag het nauwelijks, en ik vergat het bijna onmiddellijk. Toen het stof naderhand gedaald was en ik weer fatsoenlijk de wereld in kon kijken om vol vertrouwen op een goede afloop de verfkwast ter hand te nemen, viel me op dat de oproep op haar beurt ook al heel wat stof had doen opwaaien. Menigeen had zich al gebogen over de combi van ‘authentiek’ en ‘bloggen’. De discussie was begonnen voordat #blogpraat een aanvang heeft genomen.
Nu heb ik met sommige woorden een probleem. In die zin dat ik ze honderden keren kan horen of lezen, elke keer weer opnieuw niet meer weet wat ze precies betekenen, het dan ga opzoeken, de ‘aha-erlebnis’ doorloop, om vervolgens de eerstvolgende keer weer met grote vraagtekens in mijn ogen naar hetzelfde woord te staren. ‘Authentiek’ is hier een voorbeeld van. In combinatie met ‘bloggen’ raak ik helemaal het spoor bijster, want ook dat woord brengt mij telkens opnieuw in verwarring. Wat bedoelen we ook alweer met ‘bloggen’? Was het niet een samenvoeging van een logboek bijhouden op het web? Web loggen. Snel uitgesproken als bloggen. Maar dat was ooit. Hoe het begon. Inmiddels is bloggen uitgegroeid tot veel meer dan slechts een persoonlijk logboek op het web. Maar wat dan? En wat voegt authentiek toe (of wat ontneemt het) aan bloggen? Of, nog specifieker, blog ik zelf wel authentiek?
Vanochtend stuitte ik tijdens een zoektocht naar iets anders op de hieronder bijgevoegde prent.
Inmiddels heb ik ‘m als header aangemaakt voor mijn blogsite. Meer nog dan alle voorgaande headers (en ik heb er heel wat versleten) heb ik bij deze afbeelding het idee dat het mijn visie op mijn bloggen visueel maakt. In het midden de man met de bierpul die het hoogste woord heeft (of hoogste lied zingt). Hij is omringd door aandachtige toehoorders die, in ieder geval op dit moment, een amusante tijd beleven. Ze geloven misschien geen woord van wat de man vertelt, maar dat deert hun niet. Ze geven zich vrijwillig over en zijn bereid mee te gaan in de belevingswereld van de verteller. Die, op zijn beurt, kan verhalen over alles en nog wat zolang hij zijn gehoor maar weet te boeien. Hij weet dat het niet zozeer het verhaal zelf is waar het om draait, maar de manier waarop hij zijn eigen draai er aan weet te geven. Alles is al ooit verteld. Maar niet door hem. Hij gebruikt humor en fantasie om van de vertelling iets oorspronkelijks van te maken.
Ik zie deze voorstelling als metafoor van hoe ik het plaatsen van verhalen op mijn blogsite beleef. Het zal geen verbazing wekken dat ik mezelf zie als de centrale figuur. Het hoogste woord heb ik. Ik bepaal wat er verteld gaat worden. En welke vorm het heeft. Ook in welke mate mijn fantasie een rol krijgt.
Jullie zijn de toehoorders. Logisch. Samen zitten we in dat kleine ruim ergens diep verscholen in een grote boot waarmee we bezig zijn de wereldzeeën te bevaren. Ieder met een eigen plan. Maar nu zijn we tijdelijk afgesneden van de buitenwereld. Jullie lezen mijn blog. Horen mijn stem. En hangen hopelijk aan mijn lippen voor de tijdsduur dat het kost om mijn blog tot het laatste woord te lezen. Daarvoor heb ik van te voren moeten nadenken hoe ik jullie deze keer moet zien te raken. Hoe ik jullie geboeid moet houden. Wat me de nodige hoofdbrekens heeft gekost. Kan ik me ervan afmaken zoals de vorige keer? Of is dat te goedkoop? Er zijn lezers die willen meer van hetzelfde. Die zijn op zoek naar herkenbaarheid. Andere willen iets nieuws. Zien herhaling als luiheid.
Wat heb je voor ogen bij het schrijven van een nieuw blog? Hoe denk je je publiek te kunnen vasthouden? Door de kunst bij een ander af te kijken? Door een ander klakkeloos te copiëren? Door je juist te onderscheiden van de rest en te experimenteren met nieuwe vormen? De top-10 regels voor een succesvol blog bij opzet links te laten liggen en je eigen regels te definiëren?
Wie het weet mag het zeggen. Ik zal wijselijk mijn mond houden omdat ik er geen antwoord op heb. In essentie komt het er op neer dat ik maar wat doe. Ik doe mijn mond open en laat het verhaal zichzelf vertellen. Alle goede bedoelingen vooraf ten spijt gaat het regelmatig een kant op die ik niet voor ogen had. En ga ik me gaandeweg afvragen of ik wel goed bezig ben. Maar ik zet door en maak het af. Waarna ik maar moet afwachten hoe het ontvangen wordt.
Gelukkig ben ik niet de enige die met deze onzekerheid zit. Met voldoening en herkenning las ik gister:
I’ve written six books now, but instead of making it easier, it has complicated matters to the point of absurdity. I have no idea what I’m doing. All the decisions I appear to have made—about plots and characters and where to start and when to stop—are not decisions at all. They are compromises. A book is whittled down from hope, and when I start to cut my fingers I push it away from me to see what others make of it. And I wait in terror for the judgements of those others—judgements that seem, whether positive or negative, unjust, because they are about something that I didn’t really do. They are about something that happened to me. It’s a little like crawling from a car crash to be greeted by a panel of strangers holding up score cards.
[geciteerd uit ‘Everything is fiction‘, door Keith Ridgway, via The New Yorker]
Voorlopig ga ik verder met het schrijven van mijn blogs op mijn eigen wijze. Een wijze die ik niet kan reproduceren, die ik niet kan uitleggen, die zich niet laat sturen, en waarvan ik nooit weet of het resulteert in een goed leesbaar blog. Vind ik dat erg? Nee. Net zoals jullie laat ik me door mezelf elke keer weer verrassen.
Of dat authentiek is? Daarvoor zal ik toch eerst moeten opzoeken wat dat toch ook weer was.
Geef een reactie