Ontsnapping:
Beheerst parkeerde hij zijn auto in de berm. Hij zou nog uren kunnen doorrijden maar er waren hier geen bomen of andere obstakels te vinden. Wel voldoende tegenliggers. Waaronder regelmatig een stevige vrachtwagen. Iets weerhield hem vooralsnog om anderen te betrekken in zijn beslissing.
Hij zette de radio uit. De zon ging onder. Of op. Afhankelijk van of hij naar huis ging of juist naar kantoor. Hij wist het niet. Wat maakte het uit. De zon ging altijd wel ergens op. Of onder. Hij sloot zijn ogen.
Toen werd het donker.
Toen was er licht.
Er was niets veranderd. De angst was gebleven. Er zou iets moeten gebeuren. Het verkeer kwam op gang. Er moest iets gebeuren.
Hij startte de auto. Niet geheel onbevreesd maar met de minuut meer vastberaden.
Geef een reactie