Woensdag, 25 januari 2012

Vergaderculturen

“Sommige mensen zouden beter wat meer van zich doen horen, anderen zouden beter wat meer kunnen luisteren,” was mijn bescheiden bijdrage aan de discussie die nu al te lang gaande was. Maar ze hoorde het niet. Onverstoorbaar ratelde ze door over wat in haar ogen allemaal niet goed geregeld was in Europa. Niemand van de aanwezigen nam de moeite naar haar te luisteren. De meesten waren volop bezig hun email bij te werken of zaten documenten door te nemen.

Er viel een korte stilte toen ze even op adem moest komen van haar betoog. Handig maakte ik gebruik van dit moment door op te staan en de microfoon te nemen die alleen gebruikt werd wanneer de omgevingsgeluiden te luid waren. Ik begon te spreken. Over hoe uniek Europa wel niet was en waarom men veel beter het project hier had kunnen starten in plaats van in de VS. Want dan hadden we al veel eerder de in hun ogen uitzonderingsgevallen geïdentificeerd. En ik had nog meer willen zeggen doch zij was al weer verder gegaan met haar herhaling van zetten.

Ik checkte de microfoon. Die stond toch echt aan. Er waren schijnbaar meer drastische methoden nodig om haar aandacht te trekken. Dus klom ik met veel misbaar op de tafel en zette de luidsprekers op het hoogste volume. Met alle kracht begon ik te schreeuwen. Zo hard ik kon.  Zolang ik kon volhouden. Zonder resultaat. Toen ik zwaar hijgend mijn pogingen moest staken zag ik hoe zij nog steeds het hoogste woord had.

Over de tafels liep ik naar haar toe, ondertussen laptops, papieren, bekertjes, mobieltjes op de grond schoppend. Niemand scheen het te merken. Zeker zij niet. Bij haar tafeltje aangekomen hurkte ik voor haar neer en begon uit volle borst te zingen: “Ik wil contact. Tuut tuut tuut. Tussen jou en mij!”

Niets. Alsof ik niet bestond.

Uiterlijk verslagen liep ik terug naar mijn eigen plaats en zonk neer in de stoel. Vanaf deze positie keek ik haar doordringend aan terwijl ze nog steeds het woord tot mij richtte. Dwars door haar heen keek ik. Naar de witte muur achter haar. Met aan de andere kant de fabriekshal waar de arbeiders luid zingend bezig waren nuttige consumentenproducten in elkaar te zetten. Verder nog keek ik naar de straat achter de hal, met het kleine bushokje bestemd voor de rokers. Het was er nu niet zo druk. Zeker geen pauze meer. En nog verder. Over de snelweg. Naar het vliegveld. Over de oceaan. Naar ons hoofdkantoor. Naar haar afdeling. In haar project. Op zoek naar een geschikt plekje.

En eenmaal gevonden. Plaatste ik een bom. Met een timer. In haar project. Op een geschikt plekje. Aan de andere kant van de oceaan. Alleen ik wist wanneer die timer zou afgaan. Haar project zou ontploffen.

Dat was de macht die ik bezat. Waarvan zij geen weet had.

“Wijze woorden,” zei ze toen mijn blik weer was neergedaald op haar.
Ik deed alsof ik haar niet hoorde.

5 reacties op “Woensdag, 25 januari 2012”

  1. Robert Keizer avatar

    Never underestimate the Dark Powers of the Wooden Man!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *