17504

Daar lag hij dan. Salto over zijn fiets en daarna met het gezicht vol tegen het asfalt.

Er werd iets onder zijn hoofd gestopt.
“Mijn neus.” Zei hij.
Wat? Zijn gezicht voelde natter dan de zachte regenval kon rechtvaardigen. Een trein passeerde ternauwernood.
“Mijn been.” Zei hij.
Een gevoel van falen. Bescherming horen te bieden. Dat ging zo niet. Niet hier.
“Waar ben ik?” Zei hij.

Veel handen zo rondom hem. En stemmen. Heel erg onbekend. Niet vertrouwd. Wat zeiden ze toch? Over wie hadden ze het? Zou hij geen hulp moeten bieden? Dat moest hij misschien eens vragen. Hij slikte.
Dagen later. Uren. Vragen. Heb ik pijn?
“Komt er een ambulance?” Zei hij.
Vragen? Ik mis iets! Ik ben iets verloren! Wat dan? Wat dan?
“Heb ik alles nog?” Zei hij.
De tijd vloog. Wat deed hij hier?
“Mijn neus.” Zei hij.
“Ik kan me d’r niks van herinneren.” Zei hij. Hij kon zich d’r niks van herinneren.
Eerst wat drinken. En dan verder. Even omkijken waar ze blijft. Au.
“Mijn neus.” Zei hij.
“Waar ben ik?” Zei hij.

Daar lag hij dan. Deken over zijn lichaam en daarna voorzichtig op de brancard.

De politie ondervroeg verschillende getuigen. Het was snel duidelijk. Een eenzijdig ongeval:
Fietser fietst op fietspad. Fietser kijkt even om. Fietser glijdt van trapper. Fietser verliest controle. Fietser komt ten val. Fietser heeft flinke hoofdwond boven neus.

De fietser wordt de ambulance binnengeschoven.

Er schiet hem iets te binnen.
“Alles goed met je?” Vraagt hij.
“Ben je niet erg geschrokken?” Vraagt hij.
“Er komt zo iemand om je naar huis te brengen.” Zegt hij geruststellend.
Nu kan hij gaan slapen.

De mannelijke politieagent sommeert de verkeersdeelnemers plaats te maken voor de ambulance. Zijn vrouwelijke collega blijft bij het meisje dat bedremmeld op het fietspad staat. Met tranen in de ogen probeert ze te begrijpen wat er aan de hand is. Ze zeggen dat een nieuwe begeleider voor haar onderweg is.

~ ~ ~

Deze avond was ik getuige van een eenzijdig ongeval (politiejargon, denk ik). Een fietser ging hard onderuit tijdens het omkijken. We waren snel ter plekke om hulp te bieden en een ambulance te bellen. Al die (korte) tijd bleef de man in dezelfde houding liggen. Het bloed spoot uit een wond boven zijn neus en hij had zijn armen om het hoofd geslagen. Hij scheen erg verward. Om de zoveel tijd zei hij iets, zonder dat we het idee hadden dat hij door had wat er aan de hand was. Of dat hij wist waar hij was.
Toen de ambulance gearriveerd was en hij op de brancard gelegd werd, leek het of hij een helder moment kreeg.  Met een bebloed en gezwollen hoofd keek hij naar de jonge vrouw die achter hem had gefietst en vroeg haar bezorgd of alles goed was.
Hij bleek met haar onderweg te zijn naar een woonvorm voor begeleid zelfstandig wonen.

4 reacties

Trudy Brinkman augustus 30, 2011 Reageer

Shock, hersenschudding, in ieder geval een hoop narigheid. Hopelijk is alles goed gekomen.

Ellen augustus 31, 2011 Reageer

ok, die komt even binnen…

Ik zie haar, ondanks dat je haar nauwelijks beschrijft, helemaal staan en voel me verbonden. Ontzettend goed beschreven.

heidi augustus 31, 2011 Reageer

De rillingen lopen over mijn … ja overal. De verwarring van de fietser (als je ooit een hersenschudding hebt gehad, ken je dit gevoel) is levensecht. Het meisje zie ik ook voor me. Heel mooi.

Jolka augustus 31, 2011 Reageer

Mooi.. als altijd.

Geef een reactie