And I know she’s living there

Vannacht was zo’n nacht. Alle dromen had ik gedroomd, maar toch was er nog tijd over. Als in een bioscoopzaal waar de zaallichten uitblijven terwijl de hoofdfilm zojuist is geëindigd. Geen geroezemoes om me heen. Het publiek heeft de ruimte ondertussen verlaten. Gespannen blijf ik in mijn stoel zitten. Deze tussenfase voelt bekend. Ik weet dat er iets staat te gebeuren. Ergens klinkt een schrapend geluid van metaal op metaal en ik stel me voor dat men bezig is een nieuwe film op de rol te zetten. Wanneer het gordijn openschuift zie ik een déja-vu van wat komen gaat. Het zorgt voor doffe opwinding omdat ik haar zal ontmoeten.
Zij, die leeft tussen droom en werkelijkheid. Die het verschil uitmaakt tussen nacht en dag. Gevangen in het eeuwige leven op de momenten dat ik niet aan haar denk. Zij is het. Die ik ga verliezen omdat ik haar niet meer vergeten ben. Omdat ik me haar weer herinner. Bedrukt zie ik hoe de wanden met veel kabaal omver vallen. Een straffe wind komt aanwaaien vanuit de schemerige leegte. Ik maak me op voor de laatste etappe. Zij wacht op me.

De slaap houdt me gezelschap bij de dooltocht door dit mysterieuze gebied. Zwevend boven mij onbekend landschap speur ik rond. Alomvattende verlatenheid zonder enig teken van leven. De tijd begint te dringen. Plots de herkenning van een slank silhouet. Een baken van diffuus licht waar even tevoren niets te zien was geweest. Scherp afgetekend tegen onherbergzaam rotsgesteente staat ze op mij te wachten. Waarom moet ik haar vergeten? Zij is alles wat ik wil! Urenlang blijf ik dralen ondanks de weinige tijd die ons nog gegeven is. De eerder gedroomde dromen hangen in flarden tussen haar en mij. Ze was overal al binnengedrongen. Als een vooraankondiging voor dit moment. Op een straathoek, in een restaurant, als echtgenote van een collega. Ze had met verve haar droomrollen gespeeld. Haar zachte stem had me betoverd. Haar majestueuze bewegingen hadden mijn aandacht weten te trekken. En zo had zij mij bespeeld en meegelokt naar hier. Zodat we heel even samen alleen konden zijn. Zij en ik. In het hier en nooit.

Langzaam loop ik op haar toe. In de van hitte trillende lucht lijkt het of ze zweeft. Losgeraakt is van de grond. Haar strogele haren golven mee op de lichte deining van de wind. Helderblauwe terneergeslagen ogen. Broze wangen glinsterend van kristallijne tranen in het gouden maanlicht. Gebarsten lippen, smalle schouders. Zie daar zij. Helemaal alleen in dit desolate godvergeten landschap waar ik slechts kan zijn wanneer ik eindelijk vergeten ben dat zij hier op me wacht. Slechts in die minieme tijdsspanne. Met dit groeiend besef zie ik haar vervagen. Tijd speelt geen rol meer. Achter de rotsen doemt het eerste ochtendgloren. Hier is geen plaats voor twee.

Snel hol ik de laatste meters die ons scheiden naar haar toe. Met mijn hand strijk ik haar wang droog. Ik voel hoe zij haar hoofd lichtjes tegen mijn vingers drukt. Als ik haar nu aankijk is ze weg. Dat weten we allebei. Vervloekt tot in de eeuwigheid. Wanhopig sla ik mijn armen om haar heen en staar over haar schouder naar de scherpe pieken van het gebergte. De zwarte boodschappers scheren krijsend over de toppen. Een hunkering trekt in en door mijn lijf. Haar hunkering, maar haar lichaam voelen doe ik al niet meer. Het is ijle lucht al wat ik omhels. Zonnestralen verblinden mij. Met de hand boven mijn ogen tuur ik om me heen. Niets of niemand te zien. Ik ben helemaal alleen in dit desolate godvergeten landschap. En zij is verbannen naar een andere verlaten plek. Mij onbekend. Totdat die ooit aan mij geopenbaard wordt. Daarom moet ik haar snel vergeten. Uit mijn hoofd zien te krijgen. Niet meer aan haar denken. Alleen dan zal ik haar hervinden.

Ik laat mij op mijn knieën zakken en hef de handen ten hemel. Smekend. Huilend. Schreeuwend. “Oh god, hoe raak ik haar kwijt, want ik wil haar zo graag terug? Zeg me wat te doen.” De echo laat mijn hartenkreet langs de bergwand schallen. Zo vaak dat ik er gek van wordt. Rollend over de droge woestijngrond begin ik de haren uit mijn hoofd te trekken. Tijd om wakker te worden.

Tijd om wakker te worden.

 

 

Tijd om wakker te worden!

 

 

En bij het wakker worden die helse pijn van verlies. Dat ik haar nooit zal vergeten.

 

And I Fell Back Alone

~ ~ ~

Ook gepubliceerd op Verhalen van de Straat

~ ~ ~

Categories:

2 reacties op “And I know she’s living there”

  1. Monique avatar

    Mooi blog vind ik dit 🙂

    1. Peter avatar

      Dank je. Het is mij ook dierbaar ondanks dat ik nog steeds niet onder woorden kan brengen wat ik eigenlijk wil zeggen. Ook weer niet in dit blog. Het blijven zwakke weergaves van wat er in mijn hoofd omgaat.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *