Uitgelekte opzet voor een gecombineerde opgave in de leergebieden ‘Kun je rekenen op je vrienden’, ‘Begrijpen anderen wat ze vluchtig lezen’ en ‘Welke schoolplein pesterijen kan ik later verwachten’.
Placeholder voor opdracht 10 A
Moeilijkheidsgraad: Gemiddeld
Tijdsduur: 1 minuut (gezien de snelle responstijd die hedentendage gehanteerd wordt op het internet kan/mag men niet verwachten dat de leerling hier te lang over nadenkt)
Uitslag meenemen in weging voor: Primair => loyaliteitsgevoel; Secundair: overlevingsstrategie; (opmerking: dit staat nog ter discussie; volgorde kan veranderen; is ook afhankelijk van het karakterprofiel van de leerling)
Context opdracht:
In de wereld van vandaag verschuiven de vriendschapsbanden die de leerling onderhoudt zich steeds meer van de realiteit (gebruik ook de term IRL als de leerling niet bekend is met het fenomeen ‘realiteit’) naar de vele vriendenkringen op de sociale media platforms (check kort vóór publicatie of merknamen als Hyves, Twitter, Facebook nog steeds bestaan, of ‘hot’ zijn; het is belangrijk aansluiting te houden met de belevingswereld van de leerling). In de opdracht wordt gepoogd een veelvoorkomende conflictsituatie op deze platformen samen te vatten in een abstracte formule (ook hier geldt dat de formule en geboden oplossingsrichtingen vooraf getoetst moeten worden op de dan beschikbare mogelijkheden op een sociaal platform). De leerling wordt getest op het snel doorzien van de situatie en een passende actie te kiezen die past bij zijn/haar karakterprofiel.
Opdracht:
Stel je bent zelf persoon A.
De genoemde personen B t/m E zijn ‘virtuele’ vrienden op je favoriete sociale media platform (bv Hyves, Twitter of Facebook).
Op een bepaald moment log je in en begin je de laatste berichten door te lezen. Die zijn als volgt samen te vatten:
A is vriend met B. A is ook vriend met C. B is ook vriend met C. C is vriend met D. B is ook vriend met D. D maakt ruzie met B. B zegt vriendschap met D op. C blijft vrienden met D. B vraagt C om vriendschap met D op te zeggen. C weigert. B dreigt C om dan de vriendschap met C op te zeggen. C weigert. B zegt vriendschap met C op. B vraagt aan A om vriendschap met C op te zeggen. C vraagt aan A om vriendschap met B op te zeggen. D heeft vriendschapsverzoek aan A gestuurd. E heeft A een privébericht gestuurd waarin staat dat B niet te vertrouwen is. E is vrienden met C en D.
Wat doet A?
Er mag slechts één mogelijkheid gekozen worden:
- Logt in paniek uit
- Zegt de vriendschappen met B en C op. Weigert vriendschapsverzoek D. Stuurt vriendschapsverzoek naar E
- Laat alles zoals het is en schrijft blog over de hedendaagse uitwassen op het social media platform
- Heft account social media platform op
- (probeer in de aanloop naar de toetsdatum meer mogelijkheden samen te stellen om duidelijker weergave te krijgen van de onmogelijkheid tot juiste keuzes; vergeet niet het aspect van kinderachtigheid wat hiermee vaak gepaard gaat te benadrukken in minimaal één van de keuzemogelijkheden)
~ ~ ~
Geef een reactie